Bron: Het Nieuwsblad

Als het aan deze burgemeesters ligt, krijgen hun West-Vlaamse steden snellere treinen naar de hoofdstad en wordt West- Vlaanderen de fietsprovincie van Vlaanderen.

“De fiets is het meest efficiënte en klimaatvriendelijke vervoermiddel”, klinkt het bij de burgemeesters van Oostende, Ieper en Kortrijk. “Zeker voor korte verplaatsingen is de fiets vaak het snelste alternatief. We maken van West-Vlaanderen de fietsprovincie van Vlaanderen en investeren volop in meer en betere fietsinfrastructuur.”

Fietsstraten

Bart Tommelein (Open VLD Oostende), Emmily Talpe (Open VLD Ieper) en Vincent Van Quickenborne (Open VLD Kortrijk) werken volop aan fietsstraten in hun steden. “Ons bestuursakkoord in Oostende is ambitieus: we willen meer fietsstraten, die op elkaar aansluiten. Ook in andere West- Vlaamse steden willen we fietszones stimuleren, waar niet sneller gereden mag worden dan 30 kilometer per uur en waar fietsers voorrang hebben.” Ook Ieper plant fietsstraten en in Kortrijk wordt vanaf juli de volledige binnenstad een zone van 74 aaneengesloten fietsstraten. Daarnaast willen de burgemeesters volop investeren in fietssnelwegen tussen steden en gemeenten voor elektrische fietsen en speed pedelecs.

En ook het treinen moeten sneller richting hoofdstad, vooral vanuit de Westhoek. “Ik neem regelmatig de trein richting Brussel, omdat ik er kan werken aan mijn dossiers. Maar de rit duurt twee uur, waardoor ik in een dag praktisch vijf uur onderweg ben”, getuigt Talpe, burgemeester van Ieper. “Tussen Ieper en Kortrijk zijn er heel wat stopplaatsen. Om naar Brussel te gaan, moeten we in Gent overstappen en daar een kwartier wachten. Waarom geen rechtstreekse trein om het half uur van Ieper naar Kortrijk en dan rechtstreeks van Kortrijk naar Brussel?”

De treinrit van Kortrijk naar Brussel duurt een uur en zeventien minuten. “Dit is trager dan dezelfde verbinding in 1925”, foetert Van Quickenborne. “Ook de verbindingen binnen West-Vlaanderen laten te wensen over. Dat kan snel aangepakt worden. Zolang het openbaar vervoer geen echt alternatief biedt, blijven wij voorstander van bedrijfswagens, die vergroend moeten worden.”

Bron: Nieuwsblad – 8/05/2019

Thijs Pattyn