Gemeenteraad Ieper – 03/10/16

Op de gemeenteraad van Ieper stond de beëindiging van de erfpacht op de Sint-Niklaaskerk op de agenda. Eerder was al duidelijk dat de kerkfabriek de kerk wil verkopen en de koopsom ervan wil gebruiken om de ontsluiting van de proosdijzaal te kunnen financieren. Emmily Talpe vermoedt echter dat bij de openbare verkoop geen open kaart wordt gespeeld. “Het inlassen van een recht van doorgang doet ons vermoeden dat de pijlen op één iemand worden gericht, namelijk de projectontwikkelaar van De Meersen.”

Emmily Talpe benadrukte dat haar partij open staat voor de verkoop van de Sint-Niklaaskerk en voor een nieuwe invulling van de site. Dat de kerkfabriek hiermee de ontsluiting van de proosdijzaal wil financieren, baarde Talpe meer zorgen: “De kerkfabriek wil een gigantische kubistische constructie neerpoten in de mooie historische omgeving rond de kathedraal. Beste bestuur, neem dat project liever mee in de heraanleg van de leetzone. We willen geen lappendeken, maar een totaalproject”.
Toen het Ieperse parlementslid voor de zomer vroeg om aan potentiële kopers toch klare wijn te schenken over de verbouwingswerken die toegelaten zullen worden aan de kerk, luidde het antwoord van de meerderheid dat dit bekeken zou worden eens er een koper zich aanbood. “Nu stelt het stadsbestuur echter een erfdienstbaarheid van doorgang in, zodat men van de Boterstraat naar de site van de Meersen kan wandelen. Dit is toch geen lichte voorwaarde en zal ongetwijfeld een impact hebben op de verkoopkansen, de verkoopsprijs en de toekomstige bestemming van de kerk”, vond Talpe.

Het liberale raadslid vroeg zich dan ook af of het stadsbestuur wel wil dat de aankoop werkelijk voor iedereen openstaat. Het leek haar dat achter de schermen de verkoop al lang in kannen en kruiken is dat de potentiële koper, namelijk de projectontwikkelaar van de Meersen. “Ik heb hier toch ernstige bedenkingen bij. Deze werkwijze doet volgens ons geweld aan de principes van een openbare verkoop. Dit lijkt een constructie op maat van de koper.” Schepen Dehaene gaf toe dat het stadsbestuur hoop om de site te ontwikkelen in samenwerking met het project de Meersen, al dan niet met dezelfde projectonwikkelaar.