Gemeenteraad Ieper – 3 juli 2017

Tijdens de Rally van Ieper vaardigde de burgemeester een verbod uit op het gebruik en het bezit van drones. Iepers parlementslid Emmily Talpe begrijpt dat de onervarenheid van niet gebrevetteerde piloten veiligheidsrisico’s kan inhouden, maar hield wel een pleidooi om dronebedrijven toch toe te laten om dergelijke events op een unieke manier in beeld te brengen. Ook op vlak van veiligheid bieden drones heel wat opportuniteiten bij grote evenementen. “Politiemensen kunnen een beter zicht krijgen op de massa en makkelijker feiten zien”, aldus  Talpe. Wat betreft de inzet van drones door de politiezone, leek de burgemeester echter niet geneigd hier snel in mee te gaan.”

Tijdens de rally van Ieper vaardigde de burgemeester een verbod uit op het verbruik en bezit van drones rond het parcours. “Steden en gemeenten kunnen inderdaad een tijdelijk verbod op drones inroepen bij een specifiek evenement”, licht Vlaams volksvertegenwoordiger Emmily Talpe toe. “De overheid bepaalt echter dat, om rechtsgeldig te zijn, dit tijdelijk verbod gemotiveerd moet zijn op een risico-analyse. De burgemeester geeft hier echter als enige argumentatie dat er op vandaag nog veel niet-gebrevetteerde piloten zouden zijn, en dat hun onervarenheid gevaarlijke situaties kan veroorzaken. Ik ben daar volledig mee akkoord, maar dit is geen risico-analyse zoals de wet dat voorschrijft.”

Op de vraag van Talpe of er tijdens de Rally ook overtredingen zijn vastgesteld en geverbaliseerd, en of er ook aanvragen waren van professionele drone-bedrijven om de rally in beeld te brengen, bleef de burgemeester het antwoord schuldig. Tot slot merkte de liberale politica nog op dat drones ook heel wat opportuniteiten kunnen bieden bij dergelijke events, onder meer naar veiligheid toe: “Verschillende politiezones zetten al drones in om een beter zicht te krijgen op de massa. Werd die mogelijkheid ook al besproken in het politiecollege van Arro Ieper?”  De burgemeester antwoordde ontwijkend en stelde dat we “daar inderdaad naar toe lijken te gaan, maar dat Ieper dit toch met de nodige omzichtigheid wil behandelen.”