Gemeenteraad Ieper – 3 juli 2017

Gemeente- en stadsbesturen krijgen van minister Schauvliege een maand tijd om door te geven welke woonuitbreidingsgebieden ze in de toekomst willen aansnijden en welke niet. Een belangrijke beslissing, aldus Vlaams parlementslid Emmily Talpe: “We hebben het hier over de toekomst van Ieper. Als we onze ruimte verantwoord dienen aan te snijden dan moeten we nu ook de juiste keuzes maken.”

In Vlaanderen ligt nog zo’n 13 000 hectare woonuitbreidingsgebied, grond die in de toekomst nog bouwgrond “kan” worden. Het is evenwel niet de bedoeling dat op alle woonuitbreidingsgebieden ook effectief gebouwd zal worden, Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege wil immers het ruimtegebruik in Vlaanderen net doen dalen. Om te bepalen waar wel of niet gebouwd zal worden, ontvingen de steden en gemeenten vanuit Vlaanderen een brief met de vraag om door te geven welke woonuitbreidingsgebieden ze op lange of middellange termijn willen aansnijden, en welke gebieden ze wegens bepaalde redenen – bijvoorbeeld afgelegen ligging, niet ontsloten of watergevoelig – niet willen invullen als bouwgrond.

Open Ieper vindt het uiteraard positief dat de minister de lokale besturen raadpleegt, maar merkt op dat er onmiddellijk enkele fundamentele bezwaren naar voren kwamen tegen de brief. “Zo is de deadline die de minister heeft gesteld bijzonder kort: lokale besturen krijgen slechts een maand de tijd om op de brief van de minister te antwoorden, wat het moeilijk maakt om instanties zoals de GECORO samen te roepen en dit te bespreken. We stellen ons ook vragen bij de beslissing van de minister om het schepencollege te laten beslissen over dergelijke ingrijpende kwestie en niet de gemeenteraad”, zegt Iepers parlementslid Emmily Talpe. “Verschillende steden en gemeenten hebben ondertussen protest aangetekend en beslist om (nog) geen standpunt in te nemen. Ik wou daarom graag weten wat het antwoord van het Ieperse schepencollege is of op de brief van minister Schauvliege.”

Schepen Dominique Dehaene bevestigde dat de deadline inderdaad kort was, maar dat die evenwel gehaald zal worden. Het stadsbestuur zal aan de minister een huidige stand van zaken van de ontwikkeling van woonuitbreidingsgebieden doorgeven. Talpe benadrukte tegenover schepen Dehaene dat dit toch een belangrijke beslissing is, en dat de keuzes die gemaakt worden ook een impact zullen hebben op heel wat Ieperlingen die eigenaar zijn van gronden binnen woonuitbreidingsgebied. “Zij gaan ervan uit dat hun grond nog bouwgrond kan worden, wat als ze nu plots onder de negatieve lijst vallen? We mogen dit niet in een haastje beslissen, het is te belangrijk voor de toekomst van onze stad. Grondbeleid is maatwerk. Ik zou toch vragen om dit op de gemeenteraad te brengen of minstens  een voorafgaande werkgroep te organiseren waar alle fracties in betrokken worden”, besloot Talpe.