Talpe trekt aan alarmbel over mentaal welzijn landbouwers

 

Een recordaantal land- en tuinbouwers zocht in 2022 hulp bij de vzw Boeren op een kruispunt. Over de laatste vijf jaar komt meer dan een derde van de aanmeldingen uit landbouwprovincie West-Vlaanderen. Emmily Talpe: “De polarisatie, de onzekerheid over de toekomst maken dat ze zich geviseerd voelen en remt hen in hun ondernemerschap. Het is alvast goed dat er nu een stikstofakkoord is en we daarmee vooruit kunnen. Ik roep minister van Landbouw Brouns nu op om onze boeren ten volle te ondersteunen met het aanpakken van de uitdagingen van het stikstofakkoord. Het is enorm belangrijk dat we dat mentaal welzijn nauw opvolgen.”

 

Lees hieronder de vraag van Emmily Talpe aan minister Brouns in het Vlaams parlement (15 maart 2023)

 

Emmily Talpe (Open Vld)

Minister, ik moet het u en de collega’s in de commissiezaal niet vertellen, maar de laatste weken en maanden was het voor onze landbouwers extra moeilijk en was er een extra druk op hun mentale welzijn. Mijn vraag gaat daarover en ze dateert al van een tijdje terug.

We hebben in deze commissie al meermaals gesproken over de bezorgdheid over het mentale welzijn van onze landbouwers. Die bezorgdheid zien we weerspiegeld in de cijfers die werden gelanceerd door Boeren op een Kruispunt. Ik zal ze even opsommen. In 2022 heeft de vzw een recordaantal aanvragen gekregen van land- en tuinbouwers in nood. Het gaat om een stijging met meer dan 30 procent ten opzichte van 2021. Toen hadden we ook al een stijging van 44 procent ten opzichte van 2020. Op dat moment zegden we dat de knipperlichten op oranje stonden, maar vandaag is het duidelijk dat de knipperlichten rood zijn geworden. We zien in de cijfers dat men uit alle subsectoren van de landbouw aanklopt bij de vzw. We zien ook alle leeftijden verschijnen, alsook familiebedrijven maar ook andere vormen van landbouwbedrijven.

Minister, ik vul nog even aan dat meer dan een derde van de aanmeldingen van de laatste vijf jaar uit West-Vlaanderen komt. In een interview met De Krant van West-Vlaanderen zegt directeur Els Verté dat ze nog steeds gedreven landbouwers ziet, trots op hun werk, die willen innoveren en het belang van duurzaamheid beseffen maar die gebukt gaan onder polarisatie en stigmatisering. Dat vind ik bijzonder pijnlijke woorden die we niet naast ons kunnen neerleggen. Die polarisatie leidt er immers toe dat boeren zich geviseerd voelen. Ook alle discussies en heisa rond het stikstofbeleid en de grote onzekerheid hebben er niet toe bijgedragen dat hun slechte mentale welzijn tempert. Het remt ook investeringen af en het zorgt voor financiële problemen maar evenzeer voor psychosociale issues.

Aan de hand van die cijfers roept Boeren op een Kruispunt op om in te grijpen in die rechtszekerheid en die polarisatie. Vorige week is er een stikstofakkoord gekomen. Het is een belangrijke stap. Die was broodnodig om verder te gaan en om de landbouwers rechtszekerheid te bieden. Maar dat betekent natuurlijk niet dat daarmee alles in één klap is opgelost. We moeten er ook nog mee aan de slag, en er rijzen ongetwijfeld nog heel wat vragen bij onze landbouwers over hoe men dat concreet zal aanpakken en wat de uitdagingen zijn voor elk van hen individueel.

Minister, hoe reageert u op deze onrustwekkende cijfers van Boeren op een Kruispunt? Kan de vzw met de huidige personeelsleden en middelen de toegenomen vraag aan? Zijn daar geen extra middelen of begeleiding voor nodig? Wat wilt u in het algemeen doen aan dat mentale welzijn, de rechtszekerheid, die nu deels een verbetering kent, en de vele vragen die volgen uit het akkoord dat werd gesloten? Kunt u iets specifieks doen om een halt toe te roepen aan de polarisatie of om de beeldvorming bij de mensen in het algemeen bij te schaven? Ten slotte is er de vraag in het algemeen rond het perspectief op ondernemerschap, zeker voor de jonge boeren.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Talpe, de cijfers zoals we die nu zien, zijn geen verrassing, gezien de vele onzekerheden waar onze landbouwers nog altijd voor staan. Vandaar ook dat er vorig jaar een extra subsidie van 1,4 miljoen euro voor de periode 2022-2024 is toegekend aan Boeren op een Kruispunt in deze zware jaren.

Dat landbouwers de stap kunnen zetten naar Boeren op een Kruispunt en zo professionele ondersteuning krijgen, vind ik bijzonder belangrijk. Daarbij wil ik ook blijven herhalen dat Boeren op een Kruispunt er ook meer preventief is voor landbouwers, voor vragen of om af te toetsen of ondersteuning voor hen mogelijk is.

Ik kom tot de polarisatie. Ik denk dat het duidelijk is en wil het ook heel graag gezegd en herhaald hebben, dat ik me altijd als eerste ambassadeur van de landbouwsector wil blijven inzetten en de bruggen wil blijven bouwen die er vandaag vaak onvoldoende zijn. We stellen samen vast dat de polarisatie helaas toeneemt. Ook de landbouwsector ontkomt daar niet aan, en dat is te betreuren. Een wij-zijdenken ondermijnt op lange termijn ons sociale weefsel en staat echt haaks op wat we nodig hebben, namelijk respect en verbinding. Ik heb hier al zo vaak gezegd dat het me altijd is bijgebleven dat, bij mijn eerste bezoek naar aanleiding van de lancering van het actieplan welbevinden, die waardering en het respect zeer nadrukkelijk naar voren kwamen.

Landbouwers geven aan dat die polarisatie en de soms negatieve berichtgeving over landbouw een belangrijk pijnpunt is in hun welbevinden. Om dat tegen te gaan, vind ik het belangrijk dat we duidelijke, correcte en onpartijdige informatie ter beschikking stellen aan de burger.

Zo is mijn administratie vorig jaar naar buiten gekomen met de cijferwebsite waar gegevens over landbouw duidelijk worden weergegeven en ter beschikking gesteld, uiteraard met respect voor de geldende privacywetgeving.

Mijn administratie is ook in overleg met de uitgeverijen van schoolboeken om ervoor te zorgen dat de informatie over landbouw die aan onze jeugd wordt meegegeven, correct, onpartijdig en genuanceerd is.

Als we willen werken aan het beeld van de burger over onze Vlaamse landbouw, dan moeten we beginnen bij onze jeugd. Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) spreekt daarom onze schoolgaande kinderen aan met klasbezoeken aan bijvoorbeeld aardappel- en zuivelproducenten. Die positieve beleving is zeer krachtig en helpt de kinderen een open blik te krijgen op de Vlaamse landbouw. Naast de plaatsbezoeken brengt VLAM ook via het project ‘Wat komt er op je bord?’ het landbouwthema in de klassen.

Daarnaast zit in de voedselstrategie bijvoorbeeld ook de strategische doelstelling ‘Samenwerking en vertrouwen in de keten versterken’, en een van de vier pijlers van de strategie is “Voedsel verbindt boer tot burger”, waarbij de nadruk ligt op het versterken van de band van mensen met hun voedsel en waar, hoe en door wie het wordt geproduceerd.

Uw slotvraag is een vraag die niet actueler kan zijn. Het debat rond de rechtszekerheid is bekend. Het is cruciaal, hoe groot de inspanningen ook zijn – we weten allemaal dat die heel groot zijn – dat er perspectief moet zijn voor de Vlaamse land- en tuinbouw en dat er vandaag verschillende beleidskaders voor op tafel liggen. Het is dus niet alleen het hele verhaal rond stikstof, maar ook het geactualiseerde mestbeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Dat zijn allemaal kaders die de landbouw van de toekomst mee vorm moeten geven, die richting moeten geven aan de verdere verduurzaming en die opnieuw wat rust en ondersteuning moeten kunnen geven om dat op het terrein te kunnen waarmaken.

Ik vind het belangrijk om dat te benadrukken omdat, als je vandaag naar de internationale context kijkt, er inderdaad nog heel wat onzekerheden zijn wat bedrijfsvoering betreft, waar we de nodige aandacht voor moeten hebben. Er zijn heel wat zorgen en vragen rond de bedrijfsvoering. Hoe gaat men om met marktschokken? We kennen de sterke schommelingen in de prijs. Ik herinner me nog heel goed, toen ik nog op de parlementsbanken zat, dat de belangenorganisaties hier over een warme sanering in de varkenssector kwamen vertellen. Als je de prijzen van toen vergelijkt met die van vandaag, is dat een heel andere wereld. De marktschokken zijn van dien aard dat het op zijn zachtst gezegd zeer, zeer uitdagend is, met de nodige onzekerheid in de sector tot gevolg.

Als de prijs voor landbouwproducten voor langere tijd onder de gemiddelde marktprijs van de afgelopen jaren zou blijven, dan kan men zich de vraag stellen hoe robuust zo een bedrijfsmodel nog is. Het zijn prijsrisico’s die zich niet alleen kunnen voordoen aan de outputzijde maar ook aan de inputzijde, denk bijvoorbeeld aan stijgende energie- en krachtvoerderprijzen, ook actueel. Voor landbouwers zijn er daarnaast ook bijkomende productierisico’s, denk maar aan de weerrisico’s. Dat zijn allemaal elementen die knagen.

Daarnaast zijn er ook onzekerheden die voortvloeien uit wijzigende beleidskaders. Daar heb ik naar verwezen. Ik denk dat we daar heel duidelijk over moeten zijn. Zij zijn voor mij ondernemers en moeten dat ondernemerschap aanspreken en hun verantwoordelijkheid nemen. Ik heb in het verleden al heel vaak ervaren, en elke dag opnieuw, dat zij die verantwoordelijkheid willen pakken voor het realiseren van milieu-, klimaat- en natuurdoelen, op voorwaarde dat die inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en met perspectief op een rendabele bedrijfsvoering.

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben alvast heel blij – ik had niet anders verwacht – dat u die bezorgdheid wat betreft de zware druk die op de schouders van onze landbouwers lag en ligt, deelt. Ik heb die vraag ingediend nog voor er een stikstofakkoord was. Ik ben op dat vlak blij dat we daar een stap hebben gezet, maar we zijn er natuurlijk nog niet. U haalt het ook aan: er is werk aan de winkel. Er is nog altijd heel wat onzekerheid, ook wat betreft de uitvoering van het akkoord. Ik denk dat het akkoord en ook het zevende Mestactieplan (MAP 7), dat bottom-up tot stand is gekomen, en ook een aantal positieve tendensen in een aantal subsectoren zoals eieren en varkens, misschien wel een kentering zullen veroorzaken, maar die zal er niet van de ene dag op de andere dag komen. We moeten echt de vinger aan de pols houden.

Records zijn meestal iets positiefs, maar wat we nu zien bij Boeren op een Kruispunt is bijzonder alarmerend. Dan moeten we er nog bij stilstaan dat het enkel de landbouwers zijn die de moed hebben om naar Boeren op een Kruispunt te stappen. We zeggen altijd dat een West-Vlaming een ‘binnenfretter’ is maar dat is in de landbouwsector eigenlijk algemeen een beetje het geval. De stap zetten om psychologische hulp te vragen of om gewoon eens een babbel te doen, is niet evident. We moeten ons ervan bewust zijn dat de groep mensen die nood heeft aan wat mentale ondersteuning, eigenlijk veel groter is. Dat wilde ik nog even meegeven.

Ik heb er ook niet direct een oplossing voor. Maar als we Boeren op een Kruispunt ondersteunen – we hebben inderdaad een extra financiële stimulans gegeven – dan moet het ook nog eens onder de loep genomen worden of het voldoende is om met die huidige cijfers aan de slag te gaan. Ik herinner me ook een hoorzitting met Boeren op een Kruispunt waar ik de vraag stelde hoe het nu eigenlijk zit met de mensen die voor hen werken, de vrijwilligers. Men kan daar immers niet zomaar iedereen op afsturen. Ik stel me de vraag of zij genoeg vrijwilligers vinden met de nodige feeling voor de landbouwsector. Ik kan me goed voorstellen dat een landbouwer niet zomaar eenieder over zijn erf wil zien komen. Het moet iemand zijn die echt wel begrijpt waarover het gaat, anders zal de landbouwer waarschijnlijk dichtklappen. Ik kom uit West-Vlaanderen. Dat is een gebied, zoals u het ook kent, met heel wat mensen uit dit milieu. Zij vragen toch wel een bijzondere aanpak. We moeten hun dat ook kunnen geven.

Ik kan alleen maar vaststellen – en ik ben blij dat u dat ondersteunt – dat er nog veel onzekerheden zijn en dat we daarmee aan de slag moeten gaan. Ik reken er samen met u op dat hier echt kort op de bal wordt gespeeld. We hebben misschien al een aantal stappen gezet, maar we zijn er nog bijlange niet. Ik vraag bij dezen dus uw bijzondere aandacht, en ik ben heel graag samen met u ambassadeur om die polarisatie tegen te werken. We moeten inderdaad samen, natuur en landbouw, de uitdaging van de verduurzaming aanpakken. We kunnen dat, echt waar, maar we moeten samen zorgen dat we tonen dat het ook samen kan. Dat is de taak van ons, van het beleid.

https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementair-werk/commissies/commissievergaderingen/1716723/verslag/1718192